U kan bij trimsalon Wollebol terecht voor volgende behandelingen:

Volledige behandeling:

• Wassen
• Fohnen
• Borstelen - kammen - ontklitten - ontwollen
• Knippen - plukken* - effileren* - scheren
• Liezen en genitaliën vrijmaken
• Voetjes bijwerken
• Oren reinigen
• Nagels knippen
  
  

Tussentijdse behandeling:

• Wassen
• Fohnen
• Hoofd en voetjes bijwerken
• Ontklitten
  
• Antiverharingsbehandeling volgens de was- en blaasmethode*
  
  

   * Was- en blaasmethode: ideaal om honden die verharen sneller door de ruiperiode heen te helpen. Niet alleen lang/halflangharige honden bijv. de Schotse Collie of Berner Sennen maar ook kortharige honden kunnen erg ruien,

  bijv. de Labrador.

   * Efilleren en knippen: efilleren gebeurt met een schaar die aan een of twee kanten getand is. Hiermee wordt de vacht uitgedund of ingekort (in model geknipt). Door te knippen met een rechte of gebogen schaar wordt de vacht ingekort en in model gebracht.
  * Plukken: zie onderaan voor meer informatie i.v.m. deze techniek en de haarsoort.

  
  

Gewenning voor puppy's (vanaf 12 weken, mits zij beschikken over de benodigde inentingen)

Voor pups tot 6 maand kunnen we een afspraak inplannen waarbij de kleine schat gedurende een 30tal minuten in contact wordt gebracht met allerlei handelingen en geluiden die in het salon van toepassing (aanraking door de trimmer, op de trimtafel staan,

oren en oogjes reinigen, tandjes en nagels nakijken, in het bad staan, het geluid van de blazer en alles wat er bij hoort).

Verder wordt informatie meegegeven i.v.m. kam- en borsteltechnieken voor het correcte onderhoud van de vacht thuis.

Op deze manier zal de pup de vachtverzorging in de toekomst aangenamer en minder stresserend vinden!

Speciale behandeling

Sommige honden vereisen een speciale behandeling. Dit kan komen door allergieën, een gevoelige huid, wondjes, ... In deze gevallen wordt in samenspraak met het baasje de best mogelijke oplossing gezocht, zoals bv. het gebruik van dermatologische of medicinale shampoo.

Geef dit dus zeker door indien u reeds weet heeft van huidproblemen of ongemakken bij uw lieverd.

Katten

Katten trimmen? Katten verzorgen zichzelf toch?
Toch is het soms nodig om een kat naar de trimmer te brengen.

Sommige rassen hebben bvb een zeer lange vacht en kunnen niet op elk plekje van het lichaam komen om dat zelf te verzorgen.
De belangrijkste reden dat een kat zichzelf niet (meer) kan verzorgen is een medisch probleem of ongemak, zoals tandproblemen, gewrichtsproblemen, enz… Raadpleeg in dit geval altijd eerst uw dierenarts!
Bij katten die overmatig verharen (en waarvan een medische oorzaak uitgesloten of het dier in behandeling is) kan een wasbeurt (of meerdere bij grote verharingsproblemen) helpen. Dit kan natuurlijk enkel als de kat het toestaat, want dit kan mogelijks stress opleveren voor uw dier.

Plukken; een 'specialleke'

Binnen de verschillende vachtstructuren neemt de plukvacht een bijzondere positie in. De dichte zachte ondervacht met de draadachtige bovenlaag zijn vooral bij terriers bekend maar ook diverse andere jachthonden, teckels en schnauzers hebben een draadharige vacht. Het harde haar beschermde de honden tegen beschadigingen door struikgewas en in de nauwe pijpen van het roofwild waar zij op jaagden. Terwijl de harde bovenvacht strak aan het lichaam aan ligt en hierdoor een ondoordringbare barrière voor regen en andere natte weersinvloeden is, houdt de onderwol de dieren warm. Een perfecte outfit voor een sportieve hond die tegen een stootje kan. Door het dagelijkse werk van de honden en een, relatief, minder zware vacht was het mogelijk dat de honden zichzelf "plukten" doordat zij zich bijvoorbeeld door doornige struiken en braambossen moesten worstelen.

Om de bijzondere structuur van een ruwhaar te behouden is tegenwoordig meer nodig dan racen door het struikgewas. De vachten zijn dikker geworden en de leefomstandigheden vragen om beter verzorgde hond. Net als vele andere honden moet de ruwhaar minimaal 4x per jaar naar het trimsalon gaan om getrimd en gemodelleerd te worden. Daar waar het voor bijvoorbeeld een poedel niet uitmaakt of hij geknipt of geschoren wordt is de juiste techniek voor een ruwhaar wel degelijk van belang. De structuur en kleur hangt namelijk samen met de wijze van trimmen. Dit maakt de ruwhaar ook voor trimmers een bijzondere hond. De ruwe bovenvacht verhaart niet uit zichzelf. Het afgestorven haar, wat zich bij bv. een labrador in wolkjes verzamelt onder de bank in de huiskamer, blijft in de huid zitten. Hierdoor vind je van een ruwhaar nauwelijks haar in huis maar heeft hij wel hulp nodig om het dode haar kwijt te raken. Dit gebeurt door plukken met duim en wijsvinger of met behulp van een  trimmes. Het woord trimmes geeft eigenlijk een verkeerde techniek aan. Het is niet de bedoeling dat het haar afgesneden wordt maar met behulp van het trimmes (wat dan ook altijd bot moet zijn) wordt het haar met (dode) wortel en al uitgetrokken. Als we dit vergelijken met ons eigen haar lijkt dit misschien een heel pijnlijke 'affaire', maar die vergelijking gaat dus niet op!

Het plukken is erg arbeidsintensief, het haar wordt plukje voor plukje verwijderd. Vroeger werd een ruwhaar 2 maal per jaar helemaal "uitgekleed" tot op de onderwol, alleen de zachte pluislaag bleef staan. Het duurde dan een week of 8 voor zich weer een nieuwe harde vacht onder de wol gevormd had en de pluislaag tijden de zogenaamde napluk verwijderd kon worden. Tegenwoordig gaan meer en meer trimmers over op de doortrimtechniek. Hierdoor kan iedere 3 maanden de helft van de harde vacht uitgeplukt worden. Van iedere 2 haren blijft er een staan en loopt de hond nooit meer in zijn ondergoed. Door deze techniek is de omslag van een dikke, volle vacht naar een hele korte voor de hond en eigenaar niet zo groot en ziet de hond er eigenlijk altijd uit zoals de standaard van hem verwacht. De onderwol wordt ook veel meer ongemoeid gelaten wat de bescherming weer ten goede komt.

Scheren van plukvachten?

Wanneer een ruwhaar niet geplukt maar geknipt of geschoren wordt gebeuren er bijzondere dingen met de vacht. De structuur verandert van ruw en stug in zacht, krullerig en fluweelachtig en de kleuren vervagen tot een grauw geheel. Dit komt doordat de dode haarwortels in de huid blijven zitten en er hierdoor niet voldoende plaats is voor de nieuwe ontwikkelende haren. Met het knippen of scheren verdwijnt dus ook de functionaliteit van het ruwe haar. De honden worden snel nat tot op hun huid en ook de vuilafstotende functie is niet langer aanwezig. Bijna alle voordelen van een ruwharige vacht worden binnen 2 scheerbeurten teniet gedaan, alleen de niet verharende capaciteit blijft meestal bestaan. Is de ruwharige vacht in originele staat een zeer gebruiksvriendelijke vacht met weinig onderhoud, in geschoren toestand is het al gauw een viezige hond waaraan ook veel meer gekamd, geborsteld en gewassen moet worden. Een enkele keer kunnen de omstandigheden zo zijn dat een trimmer een ruwhaar onmogelijk kan plukken en wel moet scheren. Een hond kan bv. door ziekte of hoge leeftijd de (lange) pluksessie niet meer aan of is dusdanig verwaarloosd dat de vacht een viltmassa geworden is. 

Klitten

Het behandelen van ernstig geklit haar kan gevaarlijk en pijnlijk zijn voor uw huisdier. Indien de klitten niet meer handmatig te verwijderen zijn, zullen deze moeten worden weggeschoren. Aangezien het welzijn van de hond steeds voorop staat, zal een vervilte vacht dus volledig kortgeschoren moeten worden.

Wanneer de hond ernstig geklit of vervilt is, kan de lucht niet tot de huid doordringen. Vaak zal uw huisdier zichzelf bijten vanwege jeuk of pijn. De huid wordt pijnlijk en is niet in staat om te genezen door de klitten of vilt. Wanneer honden kort worden geschoren kunnen er reeds bestaande aandoeningen tevoorschijn komen. Door het scheren worden deze huidaandoeningen en/of andere huidproblemen onthuld, welke werden veroorzaakt door het gebrek aan onderhoud en lucht.

Opgelet! Het is zeer moeilijk om een vervilte vacht te scheren zonder de huid te irriteren, aangezien er onder het vilt door geschoren moet worden. Er zullen extra kosten in rekening gebracht worden, omdat er extra scheerkoppen en meer tijd nodig zal zijn om voorzichtig onder het vilt door te kunnen scheren.

Bij uw bezoek aan de trimsalon zal u worden gevraagd een formulier ('klittencontract') in te vullen. 

Vlooien bij huisdieren

Een veel voorkomend probleem bij huisdieren (waaronder dus ook honden en katten) is de aanwezigheid van vlooien.

De aanwezigheid van deze ergerlijke diertjes leidt vaak tot heftige jeuk en krabben bij uw huisdier. Het is niet altijd even makkelijk om een vlooienbesmetting vast te stellen. Vooral bij dichtbehaarde of langharig dieren zijn deze kleine insecten moeilijk te vinden. Bovendien leven vlooien niet op dieren, ze eten er alleen maar. Na dat ze hun buik rond hebben gegeten verdwijnen ze snel naar de omgeving van uw huisdier; in de meeste gevallen uw huis. Uit onderzoek is gebleken dat 99% van de vlooien in de omgeving zitten en slechts 1 % op uw huisdier. De vlo die u bij uw dier ziet is dus het topje van de ijsberg! U kunt daarom beter uitkijken naar de aanwezigheid van vlooienuitwerpselen: kleine zwart-bruine korreltjes die zich tussen de haren bevinden.

Sommige dieren kunnen ook een allergie voor vlooienspeeksel vertonen. Een vlooienbeet kan dan al veroorzaken dat het dier zich gedurende 5-7 dagen geen raad weet van de jeuk. Honden bijten dan het achterste gedeelte van hun rug open, vaak tot bloedens toe. Later vertoont dit deel van de rug kale plekken. Bij de kat zijn vaak over de hele rug tientallen kleine bultjes en korstjes te voelen. Het achterste gedeelte van de rug kan kale plekken vertonen. Het voortdurende likken en bijten van de vacht leidt soms tot de vorming van haarballen in de maag en tot braken met de kans op vermagering. Deze vorm van allergiesymptomen (overgevoeligheid) kunnen zowel bij de hond als bij de kat snel en effectief worden bestreden. Daarbij moeten de vlooien afdoende, grondig en langdurig, worden bestreden.

Voor de bestrijding van vlooien zijn er heel wat mogelijkheden op de markt, maar hiervan zijn er maar enkele afdoende. Bij langharige honden zijn druppels of tabletten met een insecticide geschikt als effectief bestrijdingsmiddel. Bij kortharige honden kunnen ook makkelijker vlooienbanden worden gebruikt . Men kan ook tabletten gebruiken met een groeiremmer erin (Program), deze stof heeft geen effect op de volwassen vlo, maar verhinderen het uitkomen van de eieren. Hierdoor sterven de vlooien binnen enkele maanden uit. Bij grote hoeveelheden vlooien is het verstandig om dit middel de eerste maanden te combineren met een middel tegen de volwassen vlo. Ook Program is effectief, veilig en milieuverantwoord. Program is zowel voor de hond als voor de kat verkrijgbaar. Daarnaast zijn bij katten zowel de vlooiendruppels als de tabletten een geschikt middel. Kortharige katten kunnen met een vlooieband (met elastiekje !) goed behandeld worden. Jonge dieren, tot 3 maanden, kunnen 1 keer per week worden ingepoederd met vlooienpoeder. Biobandjes, homeopatische vlooiendruppels en halsbandzendertjes hebben helaas geen aantoonbaar effect op de vlooien. Shampoo's, sprays en poeders zijn alleen geschikt als aanvullend middel bij de bestrijding van vlooien, omdat ze slechts kort werken en dus niet 100% afdoende zijn. Voor een effectieve bestrijding dient u ook de ligplaatsen van uw huisdier alsook de directe omgeving te behandelen alsook goed te stofzuigen. Hiervoor zijn tegenwoordig goede middelen beschikbaar. 

Conclusie: indien uw dier last heeft van vlooien, pak het grondig aan! Behandel het dier en zijn omgeving.

Gebruik middelen die effectief en veilig zijn (o.a. voor kinderen). Ziet u door de bomen het bos niet meer, neem dan contact op met uw dierenarts.